Bryan, waarom voel je je zo aangetrokken tot vuur?

Barbecueën is een primitieve manier van koken die mij erg aanspreekt. Mijn ouders hadden een gemeenschappelijke tuin en dus ideaal voor BBQ-feestjes met familie en vrienden. We deden dat dan ook regelmatig. Op Surinaamse tuinfeestjes hielp ik mijn vader en oom altijd met het draaien van kip. ‘Maar na het zien van de comedy film Barbershop waarin ze op een olievat vlees grillen, werd ik helemaal een BBQ-enthousiast’ vertelt Bryan vol vuur.

Wat is voor jou het ultieme BBQ gevoel of moment?

Het ultieme BBQ-gevoel krijg ik als de witte rook van verbrand vet mijn neus bereikt. Blijkbaar triggert de intense geur mijn oerinstinct. Daarnaast vind ik het echt kicken als ik het knisperende en knetterende vuur goed onder controle heb. En als dat ook nog ’s perfect geroosterde stukken vlees met een mooie zwarte ruit oplevert, dan ben ik helemaal in opperste stemming.

Welke BBQ is je favoriet?

Ik hou ervan om zelf barbecues te bouwen. Samen met mijn vader heb ik een olievat omgebouwd tot BBQ. Het vonkende vuur is in zo’n ‘barrel’ wel wat lastiger te controleren. Inmiddels heb ik vijf verschillende ‘buitenkeukens’ staan. ‘Mijn vrouw is daar minder gelukkig mee’ grapt Bryan. De ‘Go Anywhere’ van Weber vind ik de meest praktische. Het gebruiksgemak en het feit dat deze overal mee naartoe te nemen is, zijn grote pluspunten voor iemand die graag buiten de Gaucho uithangt. Voor het meer indirecte werk gebruik ik mijn eigengemaakte ‘Ugly Drum Smoker’.

Wat leg je het liefst op het BBQ-vuur?

Ongetwijfeld spareribs. Ik vind het zowel direct als indirect roosteren van spareribs heel gaaf om te doen. Met name het spelen met verschillende texturen wekt mijn brandende interesse. Je moet er wel zin en tijd voor vrijmaken, maar dan heb je – na een dagje op laag vuur – wel spareribs met super mals vlees dat zo van het bot valt. Zo af en toe koop ik ook pluma iberico. Dat is het verlengde van de lende van het iberico varken. Niet elke slager heeft het, maar de moeite van het zoeken zeker waard. Zo ontzettend sappig!

Wat is het grootste stuk vlees dat je ooit gegrild hebt?

Dat was een ribeye van circa 3 kilo. Toch zou ik nog wel een keer voor een slagje groter willen gaan. Anderhalf jaar geleden zag ik hoe Jeroen Hazebroek – mede auteur van BBQ-boek Hete vuren – op een evenement een heel speenvarken boven roodgloeiende kolen draaide. Dat is voor mij wel het echte next level barbecueën. Al heb je daar wel de ruimte en de tools voor nodig. Wat dat betreft is wereldkampioen BBQ Jord Althuizen wel een voorbeeld voor me. Kijk maar naar de cover van zijn nieuwe boek ‘Smokey Goodness 2‘.

Welke BBQ staat nog op je verlanglijstje?

Een Green Egg zou mijn collectie barbecues wel compleet maken. ‘Niet tegen mijn vrouw zeggen hé’ fluistert Bryan zachtjes. Deze ‘groene eitjes’ zorgen echt voor een unieke smaak. Alleen de prijs schrikt me ietwat af. Dus het liefst zou ik toch zelf weer iets in elkaar willen knutselen. Veel groter en met plaatmateriaal bijvoorbeeld. Wellicht is dat speenvarkentje dan wel een keer de klos.

Welke marinade kun je mijn lezers aanraden?

Een Caribische marinade is ideaal voor BBQ-vlees. Denk dan bijvoorbeeld een marinade met piment, uien, suiker en knoflook. Voor een Oosterse twist kan ik een marinade met sesamolie, sojasaus, gember en knoflook aanraden. Overigens, bij kwaliteitsvlees met een specifieke smaak gebruik ik alleen zeezout. Dat moet je gewoon authentiek laten.

Heb je nog BBQ tips?

Zeker. Probeer je BBQ in te delen in een hete en minder hete zone. Sommige stukken vlees moet je eerst op lagere temperatuur (langzaam) laten garen om vervolgens op heet vuur dicht te schroeien. Leer daarnaast je eigen BBQ goed kennen. Dat klinkt misschien als een cliché, maar het zorgt er wel voor dat je je gasten geen verkoolde worsten of rauwe saté voorschotelt. Zodra je je eigen vuur onder controle hebt, gaan je gasten tevreden en met een volle buik naar huis!